Het nieuwe organiseren wordt mooi verpakt, maar ondertussen,....
Bedrijven beloven de ‘beste’ cultuur waarin agile, autonomie en gelukkig werken centraal staan. Maar van hippe startups tot aan gevestigde bedrijven is er vaak nog steeds een ‘donkere kant’ van de organisatie die wordt verbloemd en gemaskeerd.
Stel je voor dat je bij een bedrijf kunt werken zonder bazen. Op je eerste dag krijg je een handboek uitgereikt met de kernwaarden van het bedrijf. Met als boodschap: we hebben geen management hier, geen controle, we vertrouwen dat je zelfstandig tot de juiste beslissingen komt, het gaat hier om ‘purpose’ in plaats van ‘profit’, je kunt zelf kiezen aan welke projecten en met wie je wilt samenwerken, je mag zelf je salaris bepalen, we hebben een transparante en open cultuur waarin je ruimte hebt, je verantwoordelijkheid kunt nemen en we elkaar respectvol aanspreken. Daarnaast is er een inspirerende en open werkomgeving met ‘bushaltes’ om ongestoord te werken, pingpongtafels, een glijbaan en zelfs een massagekamer, coaches en we doen aan ‘work hard, play hard’ dus veel leuke teambuilding en activiteiten buiten het werk.
Te mooi om waar te zijn? Dit komt letterlijk uit het handboek van het bedrijf Valve in Seattle, dat populaire games maakt zoals Half-Life en zij promoten hun “no boss-culture”. Je hebt natuurlijk tal van organisaties waarin de eigen cultuur wordt bewierookt, zoals Zappos, Semco, Google, Umpqua Bank, Spotify. Ook in Nederland worden bedrijfsculturen ‘verkocht’. Denk aan ING die in 2015 is overgestapt op de Agile Way of Working. Zij worden door menig bureau gebruikt in commerciële uitingen om mensen te ‘verlekkeren’ om ook naar zo’n cultuur over te stappen. Immers medewerkers worden in staat gesteld om zelf te bepalen hoe zij klanten het beste kunnen helpen. Zelforganiserende teams – squads – waarin diverse disciplines verenigd zijn, werken kort-cyclisch en gericht aan klantdoelen. En alle voordelen c.q. verkoopargumenten worden genoemd: sneller innoveren, beter samenwerken, meer wendbaarheid, medewerkers hebben meer vrijheid en verantwoordelijkheid, er is betere betrokkenheid, meer efficiëntie.
Het nieuwe organiseren is overtuigend, sprankelend, leuk en energierijk. Het vuurtje van enthousiasme wordt behoorlijk opgestookt, want wie wil nou niet zo’n cultuur?
Ondertussen schuilt er in de coulissen van de organisatie ook een andere dynamiek, waarin het samenwerken stroever verloopt en er spanningen en conflicten zijn. Die kant van organisaties blijft vaak onderbelicht en wordt zelfs verbloemd, want dat verkoopt niet goed en roept ongemakkelijke en pijnlijke gevoelens op, en die poetsen we liever weg.
Bij Valve is de “no boss-culture” inmiddels gaan vervagen. Oud-medewerkers beschrijven een post-feodale cultuur. Achter de platte hiërarchie schuilt namelijk een verborgen en machtige management sturingsstructuur. ‘Which made it feel a lot like high school.’ Nieuwe talentvolle medewerkers werden met mooie beloften binnen gehaald, maar konden later ook weer op willekeurige manier worden ontslagen als ze niet meer voldeden. Medewerkers zagen de managers als ‘baronnen’. De “no boss-culture” bleek een façade. “To succeed at Valve you need to belong to the group that has more decisional power, even when you succeed temporarily, be certain that you have an expiration date. No matter how hard you work, no matter how original and productive you are, if your bosses and the people who count don’t like you, you will be fired soon or you will be managed out.”
Jeffrey Pfeffer van Stanford University licht uit dat veel jonge mensen (vooral in de creatieve consultancy en innovatieve technologie, IT en startup sectoren) denken dat er geen hiërarchie is, hun baas hun buddy is en werk synoniem staat voor plezier. Dit is een te geïdealiseerd en romantisch denkbeeld, want de praktijk is schimmiger.
Juist door het ontbreken van formele hiërarchie met duidelijke rollen, posities en verantwoordelijkheden, maskeert dit namelijk een informele machtsstructuur. En in het uiterste geval kan deze zelfs giftig zijn. In tegenstelling tot in een ‘normale’ hiërarchie zijn er namelijk geen checks-and-balances die de baronnen in toom houden. Opportunistische willekeur en vriendjespolitiek maken dan de dienst uit.
Ard-Pieter de Man heeft het over de ‘bijsluiter’ van nieuwe organisatievormen, net zoals elk medicijn bijwerkingen heeft, zo heeft elke organisatievorm en de implementatie daarvan dat ook. Maar elke organisatie heeft ook een ‘bijsluiter’ over ‘hoe het hier (niet) werkt’, niet alleen de nieuwe organisatievormen en hippe startups.
De bijsluiter gaat over de ‘schizofrene trekjes’ in hoe er met elkaar wordt omgaan. Er wordt belang gehecht aan autonomie en ondernemerschap, maar ondertussen wordt er ook nog op subtiele wijze stevig aan de touwtjes getrokken, is er scheefgroei in salarissen en waarderingen, wordt feedback vermeden omdat het vaak te persoonlijk wordt opgevat, worden afspraken slecht nagekomen dan wel worden mensen verwaarloosd en zijn managers vooral bezig met overleggen en ‘hogerop komen’. We houden dan liever de schone schijn op, want dat voorkomt dat we een ongemakkelijke gesprek moeten aangaan. Terwijl dit wel noodzakelijk is om werkelijk de organisatie te ontwikkelen.
Recent in de Nederlandse media zie je een aantal voorbeelden van de ‘donkere kant’ ook bij organisaties met een meer ‘normale’ hiërarchie. Denk bijvoorbeeld aan het ontslag van de Italiaanse chef-dirigent Daniele Gatti van het Concertgebouworkest. The Washington Post berichtte over twee vrouwen die hem beschuldigen van voorvallen die plaatsvonden in 1996 (VS) en 2000 (Italië). Na die publiciteit meldde zich een aantal vrouwelijke collega’s bij de orkestdirectie met ervaringen die ongepast zijn gezien zijn positie als chef-dirigent. ‘Dit heeft gezorgd voor onherstelbare beschadiging van het vertrouwen tussen het orkest en de chef-dirigent’, zo stond in de verklaring van orkestdirectie. Gatti werd al bij het begin gezien als een gewaagde keuze omdat het orkest koos voor een ouderwets bazige maestro die het orkest ziet als een instrument om te bespelen. De Italiaan is van het slag dat hij zijn visie koste wat het kost wil opleggen; klankschoonheid en de specifieke kwaliteiten van het orkest zijn daaraan ondergeschikt. Volgens hoogleraar muziekwetenschappen Emile Wennekes liggen de rigide machtsverhoudingen binnen de orkesten mede ten grondslag aan het wangedrag. Musiceren op hoog niveau is een intieme ervaring. In de militaire hiërarchie van een orkest staat de chef-dirigent absoluut aan de top. Grenzen worden dan makkelijk overschreden’ (De Volkskrant d.d. 3 augustus 2018).
Een voorbeeld van de donkere kant die nu veel media aandacht krijgt is de Brandweer Amsterdam-Amstelland. En de loopgravenoorlog die naar nu gaande is tussen de korpsleiding, met name commandant Leen Schaap, en een aanzienlijk deel van de vijfhonderd manschappen op de kazernes, de zogeheten uitrukdienst. Doodsbedreigingen, intimidatie, obstructie en rechtszaken zijn aan de orde van de dag.
‘Brandpunt’ van het conflict zijn de 24-uurdiensten die de Amsterdamse brandweer traditiegetrouw draait. Op de uitrukdienst werken ze twee keer per week 24 uur achtereen. De overige vijf dagen zijn ze vrij. Volgens Schaap leidt dit tot een gesloten groepscultuur waarin excessen worden getolereerd en toegedekt. Hij vindt dat in de uitrukdienst een sfeer van wetteloosheid heerst. Op de kazernes zien ze de 24-uursdienst juist als de kern van het brandweervak. Tijdens de vele uren samen wordt het ambacht overgedragen van meester op gezel. Informeel praten tijdens het eten of koken kweekt groepsgevoel en onderling vertrouwen – en dat is cruciaal in dit gevaarlijke beroep. Bovendien vormen de 24-uursdiensten de basis voor een aantrekkelijk verdienmodel. Vanwege de vele compensatiedagen kunnen de brandweerlieden er een tweede of derde baan op nahouden: als stukadoor, loodgieter of taxichauffeur.
Om de kazernecultuur te breken, wil Schaap die diensten afschaffen – iets wat de Amsterdamse politiek al jaren wil. Er blijkt echter dat sprake is van een „verwaarloosde organisatie” waarbinnen behalve intimidatie sprake is van diefstal, racisme, seksisme en pesten. Onder leiding van Schaap probeert de korpsleiding met harde hand de orde te herstellen. Frappant detail is dat donderdag 9 augustus in het NRC werd bericht dat Schaap nu zelf ook onder vuur ligt door een disciplinaire straf van de Nationale Politie vanwege ogenschijnlijk plichtsverzuim. De ontslagen politiecommissaris Ad Smit zou kaartjes voor o.a. voetbalwedstrijden, betaald uit het politiebudget, ook aan andere leidinggevende collega’s hebben gegeven waaronder Schaap. Hij zegt zelf “van geen kwaad bewust te zijn” en zodra hij doorhad dat de kaartjes betaald waren uit het politiebudget het uit eigen zak te hebben terugbetaald. Maar je snapt dit is koren op de molen van de uitrukdiensten die Schaap liever vandaag dan morgen weg hebben, dus die spreken van schande dat iemand die hun integriteit de maat neemt het zelf ook niet zo nauw neemt met integriteitsregels, en dat ‘consequenties niet kunnen uitblijven’.
In de analogie van de brandweer: vuur wordt hier met vuur bestreden. Leuk dan de voorkeur van menig veranderaar voor positief gekleurde en “ga-in-je-kracht-staan”- interventies, agile organisatievormen en daily stand-ups om het eigenaarschap te versterken, en ‘kampvuurgesprekken’ om in gelijkwaardige dialoog met elkaar te gaan.
Als de organisatie zo’n ‘bijsluiter’ heeft dan doet men enkel aan schijnaanpassing. Mensen doen enthousiast mee, en het lijkt alsof ze ‘engaged’ zijn en mee veranderen, maar ondertussen is het schijn. Het is een slimme schijnbeweging om de boel vakkundig op het verkeerde been te zetten. En zo te bedekken dat men de eigen belangen in stand wilt houden. Op het moment dat je deze schijnbeweging en het bedek-gedrag onthult, dan wordt de hele trukendoos open getrokken om dat weer te bedekken. Voormalig hoogleraar Chris Argyris noemde dat al treffend: ‘the cover up of the cover up’. Je bedekt dat je iets bedekt.
Deze voorbeelden illustreren, zoals Joost Kampen dat noemt, ‘the dark side of organizations’. Laat je daarom niet te snel ‘verlekkeren’ door nieuwe hippe organisatievormen en zelfsturende culturen waarin de autonomie, energie en het geluk worden bejubeld, want ze tonen vaak maar één kant van de medaille. Er is ook een schimmige kant aan hoe organisaties en de mensen daarin werken. En in het ergste geval is er zelfs sprake van een verwaarloosde, saboterende, giftige en destructieve dynamiek zoals bij de brandweer Amsterdam-Amstelland. De natuurlijke neiging is om de donkere kant van organisaties minder in de schijnwerpers te zetten, want dat ‘verkoopt’ niet lekker, stelt net geformuleerde visies en strategieën ter discussie, zet opgebouwde reputaties en belangen onder druk, en roept aldus ongemakkelijke en defensieve gevoelens op. Dus gaan we de kant op vanmaskeren, verbloemen, relativeren, verdedigen en soms gewoon glashard ontkennen. En in het uiterste geval gaan we ontkennen dat we ontkennen.
Al die inspirerende visietrajecten, leiderschapsprogramma’s, continu verbetertrajecten en agile organisatievormen zijn dan louter (schijn)oplossingen om tijdelijk te ‘ontsnappen’ aan de werkelijkheid en nieuwe energie te mobiliseren.
Hoe de organisatie (niet) ‘werkt’ dien je daarom onverbloemd onder ogen te zien als je werkelijk de organisatie wilt ontwikkelen, want anders houd je de schone schijn in stand. En dit is een confronterende opdracht voor de top van de organisatie, want dit zijn vaak de pleitbezorgers en vaandeldragers van ronkende visies en meeslepende verhalen over hun hippe cultuur.
Maar als de ontwikkeling van de organisatie echt kans van slagen wilt hebben, dan vraagt dit om toezichthouders, directeuren, managers en adviseurs die bereid zijn tot (a) zelfonderzoek en (b) die daarbij durven om het ongemak te verdragen en hun ego op het spel zetten. Want dat is inherent zodra je onthult hoe de organisatie werkelijk ‘werkt’ en wat ieders aandeel daarin is.
Daarom in woorden van voormalig Denker Des Vaderlands René Gude: ‘kijk het beest in de bek’. Zie hoe je organisatie werkelijk ‘werkt’ zodat veranderingen niet ‘uitdoven’, maar een oprechte kans tot slagen hebben. Durf je daarom het beest in de bek te kijken of houd je liever de schone schijn in stand? De continuïteit van de organisatie staat op het spel.
Bronnen:
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/08/03/het-is-oorlog-bij-de-brandweer-a1612135
https://www.tijd.be/opinie/column/loos-de-leiderloze-organisatie/10042181.html
https://www.theguardian.com/commentisfree/2018/jul/30/no-bosses-managers-flat-hierachy-workplace-tech-hollywood
Kampen, J. (2017). Leren interveniëren in verwaarloosde organisaties Lessen uit de geleefde werkelijkheid.
Vergouw, G. (2018). De management monologen Kompas in de managementjungle.
Met dank aan Theo Hermsen voor de inspiratie bij het schrijven van dit artikel.
Geplaatst op: Managementsite.nl 28 augustus 2018
Ik weet niet of je het herkent, maar in de praktijk blijft vaak verhuld wat nu werkelijk het probleem is. Als mensen...
Over de schade die managementmodes in organisaties kunnen aanbrengen Welke organisatie is er niet...
Afgelopen maandagavond 8 juli was op NPO2 de documentaire ‘Nu verandert er langzaam iets’. Dit gaat...